HAZRAT AISHA RA DEEL 1

  • Post author:
  • Post category:Blog

Part 1

In het begin van de zevende eeuw was een meisje geboren in de woestijnen van Arabië niet noemenswaardig. Tenzij er iets buitengewoons aan haar was.In die tijd zat Arabië vol met morele defecten, onwetendheid en tegenstrijdigheden. Arabieren dronken vaak alcohol in grote getalen. Dronken worden was een deugd. In hun ogen was iemand die zijn vrienden en buren vermaakten en voorzag van alcohol een heer. Rijke mannen hielden minstens vijf keer per dag een feestje met veel drank. Gokken was een nationale sport, maar ze deden het niet om rijk te worden. Van de winnaars werd verwacht dat zij hun vrienden vermaakten. In tijden van oorlog werd geld verzameld door gokken. Bovendien was criminaliteit en immoraliteit aan de dagelijkse orde. Op gewapende overvallen na kwam diefstal nauwelijks voor. Iemand anders aanvallen of beroven werd gezien als een geboorterecht. Babymoord kwam regelmatig voor in huishoudens waar mensen niet in staat waren (volgens hen) een dochter op te voeden en uit te huwelijken. Mannen konden met net zo veel vrouwen trouwen als zij zelf wouden, zelfs met stiefmoeders of twee zussen tegelijk. Er ontsprong veel haat in tijden van oorlog en er vonden zulke barbaarse gewoontes plaats dat men voor geen seconde aarzelde voordat hij het lichaam van een gewonde in tweeën hakte, delen van het lichaam in zijn handen nam en opat. Velen werden na zo een oorlog tot slaaf gemaakt en meesters konden alles doen met deze tot slaaf gemaakte wat zij wouden, zelfs moorden. In die tijd hadden slaven geen status in Arabië en werden tot de allerlaagste klasse beschouwd. Dus in termen van beschaafdheid en sociale vooruitgang liepen de Arabieren flink achter. Vriendelijkheid voor anderen was onbekend. En vrouwen hadden mogelijk de slechtste status met weinig tot geen rechten.Toch bezaten de Arabieren ook goede eigenschappen. Dapperheid bijvoorbeeld, en in contrast met hun lage moralen waren de Arabieren sterk toegewijd aan de kunst van spreken. Ze waren sterk geïnteresseerd en vooruitstrevend in gesproken taal. Echter, hun intellectuele ambitie was gering. In het gehele Arabië was er niet één school en in Mekka konden maar een paar mensen lezen en schrijven. Over geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde etc. bezaten zij geen enkel vorm van kennis. Maar omdat zij in een woestijn leefden, zonder enige behulpzame herkenningspunt om hun de weg te leiden, hadden zij een interesse ontwikkeld in astronomie. Dichters hadden een hoge status, ze werden zelfs gehonoreerd als nationale leiders. Van leiders werd namelijk verwacht dat zij de kunst van het spreken goed beheersten en zelf ook konden dichten. Bovendien hielden zij zich sterker aan hun woord dan anderen. Mocht iemand een sterke leider van een stam ontmoeten en hem om bescherming vragen, dan was de leider met zijn eer verplicht om deze individu te beschermen. Werd dit niet gedaan, dan zou de stam zijn status verliezen in het gehele Arabië.Arabieren hadden ook veel respect voor hun gasten. Gastvrijheid was een nationale deugd. Een eenzame reiziger werd bij aankomst bij een stam als een zeer gerespecteerde gast behandeld. Voor diegene zouden de beste dieren worden geslacht. Het maakte men niet uit wie de gast was, ze namen genoegen met iedere bezoeker. Het bezoek betekende namelijk een verhoging in status en prestige voor de stam. Daarom was het de taak van de stam om hun bezoekers te respecteren, want daardoor kregen zijzelf ook respect.Onder de analfabete en moral-uitgeputte (met een paar opmerkelijke uitzonderingen) was ‘De meest invloedrijke person alle tijden’ (volgens het boek van Mr. Hart, “The 100: A Ranking of the Most Influential Persons in History,”) geboren; de Heilige Profeet Mohammadsaw. Hij stond bij zijn naaste bekend als ‘De Waarheidsgetrouwe’ en ‘De Betrouwbare’, zelfs voor de openbaring dat hij een Boodschapper van God was. Hij leerde mensen te geloven in één God en het verhogen van je spirituele en morele status. Hij schafte en keurde slavernij, kindermoord en vrouwenmishandeling af door middel van de door God gegeven leer van islam en de Heilige Koran, oftewel het Woord van God. Pas na 13 jaar van immense leed, waardoor hij en zijn metgezellen verbaal en fysiek werden mishandeld, vergiftigd, door brandende kolen werden gesleept en velen van zijn metgezellen werden vermoord, gaf God hem eindelijk toestemming om als zelfverdedidigng terug te vechten en de religieuze vrijheid te beschermen. In de Heilige Koran heeft God tegen de Heilige Profeetsa en moslims gezegd: 
 Degenen die ten onrechte uit hun huizen werden verdreven alleen omdat zij zeiden: “Onze Heer is Allah.” – En indien Allah sommige mensen niet met behulp van anderen tegenhield, zouden ongetwijfeld kloosters, kerken, synagogen en moskeeën, waarin dikwijls de naam van Allah wordt herdacht, afgebroken zijn. Allah zal ongetwijfeld degene ondersteunen die Hem helpt – Allah is inderdaad Sterk, Almachtig.” (22:41)
Door God werd de Heilige Profeetsa ‘De genade voor de hele mensdom’ (Rehmatul-lil-aalimeen) genoemd. Zijn liefde voor God steeg verb oven de rest uit. Hij introduceerde veel regels voor oorlog, onder andere dat men vrouwen, kinderen, ouderen geen pijn mag doen en zelfs geen bomen mogen vernietigen. Hij leerde men om te vechten voor hun leven en henzelf en anderen te beschermen wanneer ze worden aangevallen, maar om te stoppen wanneer de aanvallen zelf stoppen en leren te vergeven en vrede te zoeken. Hij sprak met vriendelijkheid, eerlijkheid en rechtvaardigheid. Zijn voorbeeld leerde mannen hun vrouwen rechten te geven, hen met liefde te behandelen, respectvol met elkaar te leven in hun huwelijk, hen hun bruidsschat te geven. Hij voorzag de wezen en weduwen ook van rechten en beval anderen rechtvaardig voor hun te zorgen. Hij leerde men aalmoezen teg even aan de minderbedeelden door middel van Zakat en andere vormen van liefdadigheid (bijv. het uitdelen van voedsel en kleding, beginnende bij je eigen buren, glimlachen etc.). In de Heilige Koran heeft God beschreven: “En gij staat zeker op hoog zedelijk peil.” (68:5) en Hazrat Aisha Siddiqara zei eens over zijn karakter: “Zijn karakter was de Heilige Koran.” Wat betekent dat hij niet uit eigen naam handelde of sprak maar God’s woorden en instructies opvolgde, dus alle morele eigenschappen bezat als beschreven in de Heilige Koran.Iedereen die in zijn gezelschap verbleef werden ook gezuiverd. In feite was er zelfs een metgezel die sinds de kindertijd tijd doorbracht met de Heilige Profeetsa en wie later zelfs de eerste man was die bai’at deed. Zijn naam was Hazrat Abu Bakr Siddiqra. Door in het gezelschap van de Heilige Profeetsa te blijven zorgde ervoor dat hij vele kwaliteiten van hem absorbeerde. Hij ontwikkelde een grote liefde voor God en was zo zelfverzekerd in zijn geloof dat Gods liefde ook tot hem terugkeerde. Hierdoor kreeg Hazrat Abu Bakrra na het overlijden van de Heilige Profeetsa de verantwoordelijkheid als de eerste Khalifa van Islam. Aan de Heilige Profeetsa werd  ook geopenbaard dat hij één van de 10 metgezellen was die zeker het paradijs zouden betreden in het hiernamaals.Stel je nu voor dat een jong meisje was geboren als de dochter van de grootste metgezelf van de Heilige Profeetsa en in een huishouden is opgegroeid waar de zuiverste leer van Islam werd gevolgd. Hoe goed moet zij zijn opgevoed. Stel je dan voor dat deze meisje zo zuiver was dat God haar in een droom aan de Heilige Profeetsa liet zien, waarin de engel Gabriel hem dit meisje voor drie nachten liet zien in een groen zijden gewaad en tegen hem zei: “Dit is uw vrouw in zowel deze leven als in het hiernamaals.” De Heilige Profeetsa heeft gezegd dat: “Ik onthulde haar gezicht en wat zag ik? Jij was het! Ik begreep van deze droom dat dit de Wil van God was; dus voorzeker Hij zou het vervullen.”  Haar moeder heette Ummi Rumanra (maar haar echte naam was ook Zainab bint Amir). Er is niet veel over haar bekend naast het feit dat zij een hele vrome vrouw was die een simpel leven had geleid en één van de eerste metgezellen van de Heilige Profeetsa was die de Islam had geaccepteerd. Toen zij werd begraven zei de Heilige Profeetsa over haar:
“Iedereen die een vrouw van het paradijs wilt zien moet naar Ummi Ruman kijken.Nu, hoe spectaculair moet het zijn om van het wieg van twee mensen van het paradijs, de Khalifa en een vrome moeder, naar het wieg van een Profeet te gaan en je hele leven onder de ware leer en voorbeeld van de Islam te leven. Haar buitengewone kwaliteiten zijn zelf meer bewonderingswaardig wanneer we leren dat zij, in het midden van een ongeletterde samenleving was gezegend met een groot hart en intelligentie. Wie was deze nobele vrouw in de geschiedenis van Islam? We kennen haar als As-Siddiqa (de waarheidsgetrouwe) & Umm-ul-Mo’mineen (Moeder van alle Gelovigen). Haar naam was Hazrat Aishara.–      

 

    End of part 1!